Vandaag iets gemaakt wat Filip graag heeft.
Gratin van witloof.
Ik had het deze week wel iets anders gemaakt dan normaal. In plaats van het witloof af te koken had ik het gebraiseerd.
Filip vond dat de smaak beter was dan anders.
Ingrediënten
6 stronkjes witloof
6 schijven beenhesp
45 gr boter
50 gr bloem
1/2 l melk
150 gr Gruyere kaas
Peper, zout en nootmuskaat
1 bouillonblokje
Bereidingswijze
De hartjes uit het witloof halen (hierbij zien dat het witloof niet uiteenvalt).
Het witloof een beetje bruin bakken in boter en aan twee kanten kruiden met peper en zout.
'n Bodempje water toevoegen en het witloof onder gesloten deksel 'n uurtje laten braiseren.
Daarna op 'n schotel met keukenrol laten uitlekken.
Het kookvocht zeker bewaren.
Voor de saus de boter laten smelten en de bloem toevoegen.
De roux droogbakken en daarna de melk toevoegen en 'n tiental lepels van het kookvocht van het witloof.
Het bouillonblokje toevoegen en kruiden met peper en zout.
Goed laten doorkoken tot je 'n dikke witte saus hebt.
Van het vuur af 75 gr Gruyere kaas toevoegen en goed mengen.
'n Ovenschotel invetten en daarna elk stronkje witloof in 'n schijf beenhesp draaien.
Mooi schikken in de schotel en de kaassaus erover verdelen.
De rest van de kaas over de schotel verdelen en in de oven laten gratineren tot er 'n mooi korstje op zit.
Smakelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten